Dd5-d6 GN
uit Mat in de Mediastad (deel 2: passie)
Dd5-d6 GN
Er zijn er niet zoveel meer van die mannen die stil in een hoekje van ons gebouw aan de ‘s-Gravelandseweg gescheiden worden door een bord met 64 velden en elkaar woordenloos bestrijden. Ze waren met z’n tweeën overgebleven en als laatste lid van de Unie schaakclub “DST” en dat staat voor “De Scheve Toren”. De derde kwam er nooit meer en de laatsten zouden doorgaan. Ze wisten trouwens niet waarom hij niet meer kwam en vroegen zich dit ook niet af.
Die twee laatsten waren niet direct vrienden en het spel was het enige dat hen bond. Eens per week zagen ze elkaar en na enige plichtplegingen namen ze plaats achter het bord en na drie uur rekenden ze een kop thee af.
Die twee zijn gewoon redelijk vitale mannen van in de zeventig. Ze zijn verschillend en dat werd nooit uitgesproken. De eerste een geslaagde econoom met een hartkwaal waarover hij zich nooit uitsprak en de ander met een soortgelijke opleiding maar dan verder gegaan in het onderwijs en dan komen bij gelijkheid verschillen aan het licht.
Soms steeg de geur van weerzin op bij hun wederzijdse ontmoetingen. Ze mochten elkaar niet. De leraar deelde op een dag mede dat voor een kop thee en een schaakpartij per week hij zijn lidmaatschap van de Sociëteit niet meer zo zag zitten maar hij had wel een alternatief. Hij wilde wel doorgaan en de ander ook. Ze zouden gaan correspondentieschaken. Ze woonden overigens slechts twee straten van elkaar.
Elke twee weken zouden zij elkaar een zet opsturen en ja, dat dan kan na twee jaar toch wel tot resultaat leiden. Elke zet een postzegel? Zelden waren ze het met elkaar eens; dat kon niet en ze besloten het via de giro te doen en met een portvrije gratis enveloppe elkaar steeds 50 cts over te maken met als betalingskenmerk een zet als e2-e4. Deze code staat voor een openingszet bij het spel en kan leiden tot een opening die Siciliaans heet en nu daar verder niets meer over. Bij het uitlaten van de hond zagen zij elkaar vrijwel nooit; gewoon een andere route en een andere tijd en vermijding leek hen beter.
Het zal in december geweest zijn dat een heer weer 50 cts ontving en bij het betalingskenmerk stond Dd5-d6 GN. De ontvanger begreep er niets van en dacht aan misleiding of een misselijke grap. Hij besloot geen zet terug te sturen en zag de 50 cts als een aanvulling op zijn pensioen. Jammer; hij had zich aan de regels moeten houden zo dacht hij. Jammer van de partij waarin hij toch wel wat beter stond en hij wilde het erbij laten. De ander vond het vreemd dat er na een maand nog steeds geen antwoord was.
Hij besloot met de hond een andere route op een andere tijd te nemen en na enige dagen zagen ze elkaar. De honden gromden. De mannen hadden elkaar al meer dan een jaar niet gesproken. “Ik hoor niets meer van je?” zei de een oprecht verwonderd. “Wat denk je wel; krijg ik een zet Dd5-d6 GN, daar kan ik toch niks mee?” zei de ander oprecht verontwaardigd. “Het is heel eenvoudig man” zei de opponent “gewoon Dd5-d6 en dan Gelukkig Nieuwjaar”. De honden gromden minder en de mannen keken elkaar bedremmeld aan. Met zoveel warmte konden ze moeilijk overweg. De scheve toren leek iets minder scheef. Ze besloten de strijd te continueren.
Bij beide heren viel een enveloppe in de bus, zo’n gewone van de Post Cheque en Giro dienst in een vies vaal kleurtje. Ze dachten beiden “nu al weer een zet? “ want ze waren zeer punctueel in het verzenden ervan en dat is precies elke veertien dagen.
De inhoud maakte melding dat de dienst was overgenomen door de ING bank en tot dusver was er nog niks aan de hand. De dienstverlening zou hetzelfde blijven of zelfs nog verbeteren; gewoon de gebruikelijke beloften bij fusies. De volgende dag kwam er een brief van de ING en de inhoud was duidelijk. Het was de bank opgevallen dat er met regelmaat steeds 50 cts. werd heen en weer geschoven; Geachte heer/mevrouw e.o. “dat kan van nu af makkelijker en wel uitsluitend door gebruik te maken van een kaart voor automatische overschrijving”. Ze stonden net in een toreneindspel en dan liggen er vaak nog vele zetten in het verschiet.
De dienstverlening is toegenomen maar bleek het einde van het vermaak. De honden uitlaat route werd weer gewijzigd en na enige dagen zagen de mannen elkaar weer. De honden gromden nauwelijks. “Dit gaat niet meer man; ik heb thuis nog een flinke voorraad kerstkaarten maar daar haal ik het niet mee, en dan telkens nog een postzegel”.
De ander keek hem aan en dacht, ik heb een pion meer in dat toren eindspel en die zege laat ik me niet ontgaan. Het werd even stil tussen hen en ook tussen de honden. Hier moest een compromis komen, ze voelden dat bij elkaar. Een briefje door de bus gooien met een volgende zet, nee dat was het toch ook niet. De oudste, die met een hartkwaal waarover hij nooit sprak, deed een zet die de ander niet verwachtte. “Man; geen flauwekul meer, gewoon, eens per veertien dagen bij elkaar thuis en dan met een kop thee”. Ze gaven elkaar een hand en dat was lang niet gedaan.
Met een stomme zet kreeg de ING bank een toren recht.
Pieter Goderie
Dit verhaal over menselijke eigenschappen die voor (o.a.) schakers herkenbaar kunnen zijn, werd eerder met als titel De Scheve Toren gepubliceerd in het clubblad van de Hilversumse Sociëteit De Unie (2013) en de website van HSG (2016). Pieter Goderie is een Hilversumse KNO-arts.