Een kwaad leven
uit Mat in de Mediastad (deel 1: feiten)
uit Mat in de Mediastad (deel 1: feiten)
In 1887 is Nederland bij lange na nog niet af.
In het oprichtingsjaar van HSG telt ons land naar schatting vijf miljoen inwoners, het inwonertal van Hilversum reikt niet verder dan 15.000.
De levensverwachting is in vergelijking met nu laag: besmettelijke ziekten, epidemieën eisen hun tol. Algemeen kiesrecht kent Nederland nog niet, de maatschappelijke verschillen zijn groot.
Verhoren tijdens de parlementaire enquête naar de toestand van de arbeidersklasse in Nederland in 1887 schokken de natie. Van het beeld dat de bourgeoisie graag van Nederland geeft – een rustig, tevreden land, waar wantoestanden niet voorkomen – blijft niets heel.
Nederland is een land waar vrouwen en kinderen in de fabrieken dertig tot veertig uren aan één stuk door moeten werken, waar ondernemers hun arbeiders slaan, waar mannen op hun werk dood neervallen, waar armoede, honger en ziekte het leven van honderdduizenden ondraaglijk maakt, zo blijkt uit de enquête.
‘Ik dacht: hoe kan God dit toelaten,’ getuigt een voormalige fabrieksarbeider uit Maastricht tegenover de parlementaire commissieleden over de wantoestanden in het ‘moordhol’, zoals de lokale aardewerkfabriek wordt genoemd.
De verslagen van ‘De arbeidsenquête van 1887: Een kwaad leven’ vormen de aanzet tot arbeidswetten die de werkomstandigheden verbeteren..
Mensen die rond 1887 tijd hebben voor schaken of andere vormen van sport en spel zijn beter af. ,De peetvaders van het HSG kwamen uit het meer gegoede en geletterde deel van de Hilversumse bevolking en lange tijd zou de vereniging een wat besloten karakter blijven dragen’, schrijft Karel Maartense in de jubileumuitgave ter gelegenheid van het eeuwfeest van HSG in 1987.
De oprichters van HSG zijn niet de enigen in 1887 met de drang om iets van de grond te tillen. 1887 is ook het oprichtingsjaar van de roemruchte Groningse voetbalclub Be Quick die het net als HSG later tot landskampioen zal schoppen.
Initiatieven zijn er ook op andere gebieden. In Parijs begint de bouw van de Eiffeltoren, in Amsterdam komt in 1887 theater Carré gereed. In Hilversum begint de nieuwbouw van de Sint Vituskerk.
Albert Heijn opent zijn eerste kruidenierszaak. In Amsterdam beginnen de zwagers Willem Vroom en Anton Dreesmann voor gezamenlijke rekening een winkel aan de Weesperstraat.
Er zit beweging in de muziek en literatuur: Johann Strauss schrijft in 1887 de operette ‘Simplizius’, Giuseppe Verdi de opera ‘Otello’. ‘Eline Vere’ van Louis Couperus verschijnt, net als ‘De kleine Johannes’ van Frederik van Eeden.
Het bruist in 1887.
Maar het zijn ook roerige tijden, sociale onrust steekt de kop op. Als een vorst wordt Ferdinand Domela Nieuwenhuis door de Amsterdamse arbeiders ingehaald. Vijf dagen eerder is de socialistische leider ontslagen uit de gevangenis te Utrecht, waar hij een straf heeft uitgezeten wegens majesteitsschennis.
In Sint-Petersburg worden Aleksandr Oeljanov, de broer van Lenin, en enkele andere samenzweerders tegen het leven van de tsaar ter dood gebracht.
Het broeit in 1887.
Het Leger des Heils begint zijn evangelisatiewerk in Nederland met de eerste openbare bijeenkomst in Amsterdam.
1887 is het geboortejaar van Savielly Tartakower, schaakgrootheid die beroemd werd om zijn schaakaforismen, zoals ‘Degene die de één na laatste fout maakt wint’. Of: ‘De tacticus moet weten wat te doen als er wat te doen valt; de strateeg moet weten wat te doen als er niets te doen valt’.
Op 29 september 1887 stichten schaakliefhebbers op initiatief van Jacob Peet het HSG.
Vanaf dat moment komen schakers bijeen op de clubavonden, voor het onderling concours, dat later de interne competitie zal gaan heten. Bij binnenkomst zijn ze nerveus nieuwsgierig naar hun tegenstander van die avond.
Als de indeling bekend is, denken ze: die kan ik hebben, of: zware pot.
Wim van der Wijk